{{product.Title}}
- {{product.Brand}}
- {{product.ArticleNumber}}
- {{product.GTIN}}
{{product.Title}}
Niet meer leverbaar
{{product.Title}}
Niet meer leverbaar
Laad meer
Brine/water warmtepomp
Lucht/water warmtepomp
Input type niet ondersteund: {{question.inputTypeName}}
{{(controller.data.values.type == "lucht" ? 'Lucht/water warmtepomp' : 'Brine/water warmtepomp')}}
{{controller.data.notification.title}}
{{controller.data.notification.description}}
Warmtepomp rekentool
De warmtepompmarkt groeit als kool. Maar dat betekent niet dat er geen obstakels zijn die overwonnen moeten worden. Vakmensen, kennis, zoekende overheden en de weerbarstige renovatiemarkt. Frank Agterberg, voorzitter van Vereniging Warmtepompen én voorman van Bodemenergie blijft er met zijn team de handen vol aan houden. Tijd voor een update.
Het groeigrafiekje op de tablet van Frank Agterberg wordt voor de zoveelste keer geopend. Want het zit nagenoeg in elke presentatie die de branchevoorman geeft. Sinds de invoering van de ISDE-subsidie in 2016 heeft warmtepompland elk jaar een groei van 30 à 35% laten zien. Vorig jaar werden er in woningen bijna 60.000 lucht/water-warmtepompen en bodemwarmtepompen geïnstalleerd. Dat is 38% meer dan een jaar eerder, maar in aantallen nog peanuts vergeleken bij het aantal cv-ketels dat jaarlijks wordt vervangen: 428.000. In zes jaar tijd is het aantal warmtepompen wel bijna vertienvoudigd, en dat is veelzeggend. Hoe kan het dan dat die groei in 2021 afvlakt? Agterberg: “Dit komt doordat de warmtepomp in de nieuwbouw nu de standaard is en dit segment qua groei dus is verzadigd. De stagnatie van de groei heeft alles te maken met de renovatiemarkt. Die is nog niet op gang gekomen. Die moet worden opengebroken. Daar ligt dé grote uitdaging voor de komende jaren.”
Sinds het cv-ketelverbod voor de nieuwbouw in 2018 heeft bijna elke nieuwbouwwoning bijna wel een warmtepomp. De aardgasvrije nieuwbouw heeft voor fikse groei gezorgd. De verhoudingen in typen warmtepompen zijn structureel: het merendeel (2/3) is een lucht/water warmtepomp, een derde deel water/water met hoofdzakelijk de bodem als bron. Ook worden er steeds meer open bodemenergiesystemen, in de volksmond “WKO’s” aangelegd voor collectieve installaties. Dit segment groeit wel, maar veel langzamer. “We zien wel dat de warmtenetten, met stadsverwarming toch echt een concurrent, steeds meer naar lagere temperaturen gaan. Dan is er dus altijd warmtepomptechniek nodig om bijvoorbeeld tapwater van 60 graden te maken. Zo wordt de booster-warmtepomp bijvoorbeeld steeds vaker toegepast bij warmtenetten in appartementencomplexen.” De concurrent van gisteren, wordt de kompaan van vandaag. Ook de TOjuli, de oververhittingsgrenswaarde die tegenwoordig in de nieuwbouw geldt, is goed nieuws voor technieken die ook kunnen koelen. Wordt een warmtepomp met koelmodus toegepast, dan hoeft de installateur die grenswaarde niet te berekenen. “Passieve koeling met een bodembron is daarin natuurlijk superieur”, zegt Agterberg.
Het aantal warmtepompsmaken neemt gestaag toe: naast de bekende klassiekers verschijnen er nieuwe deeltechnieken aan het front. Het gebruik van ventilatielucht bijvoorbeeld, het koudemiddel R290 dat oprukt, maar ook het dak als warmtepompbron van brine/water-warmtepomp. Agterberg: “PVT krijgt op dit moment veel aandacht. Dat wordt volgens mij een blijvertje.” De combinatie van thermische warmtepompbron en pv-panelen heeft inmiddels ook een plek in de Nathan-stal verworven. Agterberg noemt ook aquathermie als “lauwe, natte bron”, waarvoor bij de waterschappen op dit moment veel kennis en ervaringen worden gedeeld. “De technische concepten worden creatiever, de rendementen worden beter en het geluid minder”, steekt Agterberg de loftrompet over de R&D-afdelingen van fabrikanten.
Dat geluid is bij lucht/water zo ongeveer wel hét discussiepunt van afgelopen jaar. Terwijl de ervaring leert dat bij een goed geadviseerde, ontworpen en uitgevoerde installatie de overlast binnen de perken blijft, kreeg de branche vorig jaar geluidseisen opgelegd. Sinds april 2021 zijn de geluidseisen na lang getouwtrek vastgelegd: overdag 45 decibel en ’s nachts 40 decibel op de erfgrens. “Strenge eisen, maar het geeft de markt wel duidelijkheid”, zegt Agterberg. Het vergelijk binnen het aanbod is eenvoudiger geworden. Gevolg is dat fabrikanten massaal aan de techniek zijn gaan sleutelen. De ventilatoren, de compressoren, het verdamperoppervlak, stille modi op apparaten en het in huis halen van omkastingen; alles werd aangegrepen om decibellen te winnen.
Binnen de bodemgekoppelde systemen speelt er nog een ander item. Of zeg maar gerust een gevaar. Provinciale overheden, met de provincie Noord-Brabant voorop, dreigen binnenkort aanvullende voorwaarden aan te nemen voor het boren van warmtepompbronnen. Er is daar angst voor verstoring van de balans in de bodem, en vervuiling van de drinkwatervoorziening. De landelijke regels, waaraan boorbedrijven zich dienen te houden, zijn voor de provincie Noord-Brabant niet voldoende. De provincie besloot om forse beperkingen op te nemen in het provinciale water- en bodemprogramma. “Concreet betekent dit dat deze extra grondwaterbescherming, via de Omgevingsverordening, de deur dicht gooit voor bodemenergie. Dit terwijl er geen enkele aanwijzing is dat een goede bodembron de drinkwaterkwaliteit daadwerkelijk schaadt”, zegt Agterberg fel. De leden van branchevereniging Bodemenergie, waaronder Nathan, conformeren zich sinds de invoering van de regels in 2014 aan de wettelijke certificerings-, en erkenningsregeling. De vereniging kent inmiddels ook een gedragscode. Dit alles borgt de kwaliteit voldoende, stelt hij. “We zijn al 20 jaar bezig, en wettelijk verplicht om goed werk te leveren.” In zijn ogen slaat de balans tussen milieu-impact en de uitdagingen van de energietransitie de verkeerde kant op. “Leg de focus op wat wél kan. Benoem gebieden waar er niet geboord wordt, en ga binnen je mogelijkheden handhaven op misstanden. In mijn ogen zijn we de nuance verloren wanneer we de energetisch beste bron, die ook nog eens passief kan koelen, gaan straffen voor een theoretisch risico. Daar is statistisch, wetenschappelijk en juridisch geen enkele goede reden voor. Agterberg is in deze periode dan ook hard bezig om de lobbykracht in te zetten voor deze zaak. “Anders dreigt een “phase-out” zoals de biomassa-ketels dat meemaken. De energietransitie heeft bodemenergie keihard nodig om de doelstellingen te behalen.”
Zoals eerder gezegd: dé grote uitdaging en voorwaarde voor verdere groei in warmtepompland zit in de bestaande woningbouw. Daar blijkt de klassieke cv-ketel standvastiger dan gedacht. De overheid zet nu, samen met de branche, ook fors in op de hybride warmtepomp, de combinatie met de gasgestookte HR-ketel. In 2022 wordt niet alleen de subsidie fors verhoogd (kader), maar ook komt er een publiekscampagne die deze stap moet gaan promoten. Op dit moment is ongeveer 13% van het aantal geïnstalleerde warmtepompen een hybride. De potentiële markt is 20 keer groter, denkt Agterberg. “De hybride wordt door sommige collega’s in de branche gezien als een overbodige tussenstap, zeker ook omdat er technieken komen die ook all-electric hogere aanvoertemperaturen kunnen leveren. Ik denk dat we tevreden moeten zijn dat de warmtepomp op deze manier mainstream kan worden. Huishoudens gaan dan misschien (nog) niet all-electric, maar al wel naar lage temperatuurverwarming in het grootste deel van het koude seizoen. Hier worden ervaringen opgedaan met de techniek en het andere gevoel van comfort. Dat is ook wat waard. Gelukkig hebben we voor elkaar gekregen dat de verhoging van de ISDE voor álle warmtepompen gaat gelden. Dit betekent dat de gehele branche, dus ook all-electric warmtepompen, hier vanaf 2022 van gaat profiteren.”
Naast de boost voor hybride staat er een Nationaal Isolatieprogramma in het regeerakkoord. Dit houdt in dat het isoleren van woningen nog verder gestimuleerd gaat worden, inclusief gunstige financieringsmogelijkheden, zelfs voor huishoudens die normaliter niets extra’s bij de bank kunnen lenen. De Duurzaamheidsleningen kunnen meer huizenbezitters over de streep trekken. Agterberg: “In combinatie met de huidige hoogte van de gasprijzen, worden de omstandigheden voor de warmtepomp steeds gunstiger. Ik reken erop dat dit voor een extra duw gaat zorgen. Ik roep al een tijdje dat we in 2030 jaarlijks op 200.000 warmtepompen moeten zitten. En dat is nog steeds een getal dat we kunnen halen. We zitten op de goede weg, mits we de renovatie op gang kunnen krijgen.”
Ander aandachtspunt is de utiliteit, stelt Agterberg. Heeft de woningbouw de politieke agenda en de groeiende bewustwording bij particulieren mee. De utiliteit, denk daarbij aan kantoren, heeft wat Frank Agterberg betreft te weinig aandacht. “Met alle respect, maar ik vind de eis van minimaal label C voor een kantoor niet echt getuigen van heel veel ambitie. Met name de kleine utiliteit, en dan praat je over in totaal een miljoen vierkante meter bruto vloeroppervlak, heeft een extra duw nodig. Deze gebouwen hangen tussen de ISDE-subsidie, die begrenst is op 70 kW, en de EIA en SDE-regeling in. Hier kan warmtepomptechniek veel CO₂ reduceren. We zijn onze rol aan het pakken, maar het kan én moet nog veel beter.”
Naast de boost voor hybride staat er een Nationaal Isolatieprogramma in het regeerakkoord. Dit houdt in dat het isoleren van woningen nog verder gestimuleerd gaat worden, inclusief gunstige financieringsmogelijkheden, zelfs voor huishoudens die normaliter niets extra’s bij de bank kunnen lenen. De Duurzaamheidsleningen kunnen meer huizenbezitters over de streep trekken. Agterberg: “In combinatie met de huidige hoogte van de gasprijzen, worden de omstandigheden voor de warmtepomp steeds gunstiger. Ik reken erop dat dit voor een extra duw gaat zorgen. Ik roep al een tijdje dat we in 2030 jaarlijks op 200.000 warmtepompen moeten zitten. En dat is nog steeds een getal dat we kunnen halen. We zitten op de goede weg, mits we de renovatie op gang kunnen krijgen.”
Gelukkig gaat het goed met de kennisontwikkeling, zegt Agterberg. Fabrikanten en opleiders zijn hard bezig om meer en meer monteurs op te leiden om met warmtepompen te werken. De F-gassen-opleidingen van STEK worden nog altijd druk bezocht. De Green Deal uit 2018, binnen 5 jaar 6000 warmtepompmonteurs per jaar opleiden, lijkt haalbaar. Hiervoor werden 9 extra opleidingslocaties voor warmtepomptechniek opgericht. “Natuurlijk blijft er voorlopig nog wel een ongelofelijke vraag naar technische mensen, maar ik heb absoluut de indruk dat het kennisniveau voor wat warmtepompen betreft relatief groeit. We zien heel veel belangstelling van installatiebedrijven die tot voor kort vooral bezig waren met cv-ketels. Uiteindelijk zijn dat de ambassadeurs van de techniek die hun klanten, onze prospects, de juiste opties voor verduurzamen gaan bieden en hen gaan adviseren de juiste keuzes te maken. Een warmtepomp dus.”
Per 1 januari gaat de Investeringssubsidie Duurzame Energie (ISDE) aangepast worden. De ISDE is deels bedoeld voor het bijdragen in de kosten voor isolatie, en een deel als bijdrage voor investeringen in duurzame installatietechniek, zoals warmtepompen. In 2021 zat er 124 miljoen euro in deze pot. De ISDE krijgt de komende drie jaar in totaal 282 miljoen extra. Voornaamste doel is het aanjagen van de hybride warmtepomp, maar de verhoogde subsidie geldt voor alle warmtepompen. Concreet betekent dit dat de gemiddelde subsidie met de helft stijgt: van ongeveer 20% van de aanschafwaarde van een warmtepomp naar 30% van de aanschafwaarde van een warmtepomp. Weten wat de warmtepompen van Nathan doen? Klik hier.